Ik had nooit verwacht dat ik een activist zou worden, laat staan dat ik aan burgerlijke ongehoorzaamheidsacties mee zou doen. En toch stond ik daar: op een snelweg in Den Haag; voor de deur bij gemeenten en ministeries; op een treinspoor om, met niets anders dan mijn lichaam, te voorkomen dat de vervoerde kolen hun eindbestemming zouden bereiken: de almaar dikker wordende deken van CO2 in de atmosfeer. Die deken veroorzaakt nu al veel lijden en dood en zal grote delen van onze planeet onbewoonbaar maken als we fossiele brandstoffen niet snel uitfaseren.
Om eerlijk te zijn: ik dacht nooit echt na over klimaat en ecologie tot ik dat wel deed. Mijn interesse lag bij politiek, wetenschap en geschiedenis. Tot ik in de zomer van 2020 een vakantie lang over klimaatverandering las. Ik heb elke vakantie een leesthema. Maar deze keer was anders. Nu ging het over een bedreiging waarvan de ernst en de schaal me nooit echt duidelijk waren geworden.
Het bracht me uit balans, deprimeerde me, op een manier die ik na de vakantie niet meer van me af kon zetten. Aanvankelijk zweefde heden en toekomst van het klimaat in een abstracte tijd totdat ze een diepe emotionele verbinding maakten met het 21e-eeuwse levens van mijn kinderen. En met het diepe gevoel van onrechtvaardigheid over het feit dat gemeenschappen die het minst aan klimaatverandering hebben bijgedragen het zwaarst worden getroffen.
Activisme bestaat omdat er mensen zijn die de wereld niet kunnen aanvaarden zoals deze is en die bereid zijn om samen te komen en hun lichaam op het spel te zetten om verandering teweeg te brengen. En dit was volstrekt onaanvaardbaar. Kort daarna sloot ik me aan bij een actietraining van Extinction Rebellion. En een paar weken later blokkeerde ik met driehonderd anderen het financiële district van Amsterdam.
Toen klimaatactivisme een groter deel van mijn leven werd, begon ik me af te vragen: waarom staan we hier niet met een enorme massa mensen? Waarom is het zo moeilijk om in het reine te komen met wat er gebeurt en staat te gebeuren? Teveel mensen zien de klimaat- en ecologische crisis als iets buiten hun macht. Teveel mensen zien activisme als iets wat anderen doen. Ook degenen met grote zorgen zijn vaak net als omstanders die bevriezen bij een ernstig ongeluk. Terwijl de druk voor snelle veranderingen alleen van onderaf kan komen; van gewone burgers die langdurig de straat opgaan; van burgers die de crisis in de natuur omzetten in een vreedzame politieke crisis die zijn weerga in de menselijke geschiedenis niet kent. Dat is waar ik me met overgave voor inzet. Dat is waar ik anderen voor uitnodig om onderdeel van te zijn. Jou ook.
Om onder de 1,5 graden opwarming van de aarde te blijven op een manier die recht doet aan mondiale rechtvaardigheid – en technologisch wensdenken vermijdt – moeten rijke landen met een hoge uitstoot binnen tien jaar stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen. Op dit moment doen politici en bedrijven alsof we zeeën van tijd hebben. En tussen de verkiezingen door behartigen de eersten vooral de belangen van de laatsten.
De enige hoop op snelle verandering die ik nog heb is burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat brengt een complexe relatie met onze democratie met zich mee. Bij elke actie overtreed ik de wet om uiting te geven aan een diep wantrouwen in de overheid omdat die niet eerlijk is over de crisis; mensen de vernieling in helpt; en niet doet wat nodig is om de opwarming van de aarde en de ecologische vernietiging een halt toe te roepen. Bij elke actie stel ik mijn vertrouwen in diezelfde overheid om samen met burgers hier en elders snelle systeemverandering teweeg te brengen.
Blijf alsjeblieft geen omstander; wordt onderdeel van de verandering; maak de cirkel van hoop groter; kom in actie: https://extinctionrebellion.nl/ of https://www.scientistrebellion.nl/